95
ên geiten. Deze cijfers zijn een gemiddelde van hetgeen de
laatste vier jaren door den Vleeschkeuringsdienst is gekeurd
in Breda, Ginneken en Teteringen, benevens hetgeen geschat
wordt, dat in het geannexeerde gedeelte van Princenhage
wordt geslacht.
Rekent men nu als gemiddelde slachtgewichten voor een
rund 225 K.G. paard 300 K.G., kalf 160 K.G,, nuchter kalf
25 K.G,, varken 100 K.G., schaap 25 K.G. en bok of geit
25 K.G., dan zal er op het slachthuis geslacht worden:
2650 runderen
225 K.G.
596250 K.G.
388 paarden
300 K.G.
116400 K.G.
2682 kalveren
160 K.G.
429120 K.G.
330 nuchtere kalveren
25 K.G.
8250 K.G.
7727 varkens
100 K.G.
772700 K.G.
44 schapen
25 K.G.
1100 K.G.
321 geiten
25 K.G.
8025 K.G.
Totaal
1931845 K.G.
De gemiddelde slachtgewichten zijn, zooals uit de cijfers
van het rapport van Ir. Mink blijkt, iets verschillend met
die van Ir. Mink d.d. 31 Mei.
Runderen en paarden zijn lager genomen, varkens en
kalveren hooger. Ir. Mink berekende zijn berekening op
Breda na annexatie, zeer ruim berekendhij kwam op
1800000 K.G., zoodat z.i. wel door Ginneken gebruik kan
worden gemaakt van het abattoir. Ik vermeen dat het abattoir
dan met de tegenwoordige grootte zeer zeker niet te ruim is
genomen.
Voor de berekening van de baten moet men steeds van
het veiligste getal uitgaan, daarom wil ik mij wel baseeren
op 1800000 K.G.. dan vallen de baten in de toekomst zeer
zeker mede.
Per 1800000 K.G. zal dus moeten worden opgebracht
f 77750..d.i. per K.G. 4.32 cent, afgerond 4.4 cent.