BIJLAGE I.
IX
bedrijf thans nog wordt gestoken en het beperkt gebied,
waaraan de gemeente ook in verre toekomst is gebonden,
in verband met de eigen waterleiding der gemeente Ginneken c.a.
en het concessiegebied der Maatschappij West-Noord-Brabant.
Een lid meende, dat bij het voorbereiden der verbouwings
werken zeer zeker overwogen had dienen te worden
A. Eene waterleiding op eigen terrein dichter bij de stad, of
B, Wateraankoop bij de Maatschappij West-Noord-
Brabant.
Baten. 1Meerdere leden wenschten te vernemen, of,
waar voor waterverbruik buiten de gemeente resp. 5 en 4
cent per M3 meer berekend wordt, en totaal meerder op
brengst 75000 maal 5 cent en 150000 maal 4 cent is samen
9750 gulden bedraagt, te verwachten is, dat bij eventueele
annexatie, dit bedrag, althans verreweg het grootste gedeelte,
zal komen te vervallen, waardoor het bedrijf over 1927
slechts ongeveer f 1000,winst zal opleveren, en in 1828,
voor welk jaar volgen de exploitatierekening de crediet-
aanvrage voor de vernieuwing overgelegd, geen winst zou
worden gemaakt, op een verlies van ongeveer f 8800,
zou moeten worden gerekend.
Een lid wenschte op te merken, dat wat hier is gevraagd,
herhaaldelijk als feit is aangevoerd, als argument tegen annexatie.
2. Een lid achtte het wenschelijk, de bijbetaling van het
boven het abonnementskwantum verbruikte water per jaar
in plaats van per kwartaal te doen geschieden.
Uitgaven. 3. Een lid achtte het wenschelijk, stappen
te doen, opdat het sedert kort verhoogde bedrag van f 1000,
voor erfpacht van het terrein te Dorst worde teruggebracht
tot het oorspronkelijk bedrag van f 500, omdat hij van
meening is, dat de tegenprestatie, die de gemeente bij het
eerste contract deed, n. 1. afstand van 23 H.A. ontginbare
gronden, had behooren na te werken bij het aangaan van
het nieuwe contract.
28. Gevraagd werd, waarom de rente, vermeld in de
toelichting, thans op dezen post is gebracht, en niet op de
