BIJLAGE I.
XI
Eenige leden spraken den wensch uit, dat de bedrijven
vrijelijk door de leden van den Raad kunnen worden be
zocht.
Eenige leden vestigden er de aandacht op, dat de ge
meentenaren, die water betrekken en naar zij meenden
niet anders betrekken kunnen dan van de Maatschappij
West-Noordbrabant of van de Ginnekensche waterleiding,
een hoogeren prijs betalen moeten, dan zij, die van de
gemeentelijke waterleiding betrekken. Zij drongen aan op
het nemen van maatregelen, dat ook aan dezulken water
door de gemeente zou kunnen worden geleverd, en anders
op schadeloosstelling der betrokkenen. Gevraagd werd naar
den stand der onderhandelingen met de Maatschappij West-
Noordbrabant betreffende waterlevering in het geannexeerde
gebied.
Eenige leden wezen er op, dat er nog bewoners dezer
gemeente zijn, die van aansluiting op alle waterleiding ver
stoken zijn. Hij achtte dit een gevaar voor de gezondheid
en zag gaarne medegedeeld, of hierin niet kon worden
tegemoet gezien, bij voorbeeld door het plaatsen van een
standpijp, Met name werd „het Dijkje" genoemd. In het
algemeen werd uitbreiding van het aantal standpijpen bepleit.
Baten. 1. Gaarne vernam men waarom de hoeveelheid
buiten de gemeente gebruikt water voor industrie-doeleinden
evenhoog geraamd is als voor 1927 (150.000 M\), terwijl
toch door de annexatie meerdere waterafnemende industrieën
binnen de gemeente zijn komen te liggen.
6. Gevraagd werd welke de reden is, dat terwijl bij de
begrootingen voor de lichtbedrijven de post „Rente" p.m.
geraamd is, hier f 4000.wordt gesteld. Wordt hierdoor
niet een eenigszins geflatteerd beeld gegeven waar bij
een gelijke handelwijze als bij de lichtbedrijven een, zij het
gering, nadeelig saldo in plaats van een winstcijfer ad.
f 3448.20 het resultaat zou zijn geweest?