BIJLAGE I.
XXV
streven naar de totstandkoming van het schoolartsenwezen
en naar de werking van een dergelijk instituut tg infor-
meeren.
Een lid eener afdeeling wenschte de oprichting van een
gemeentelijke wasscherij, welk denkbeeld door alle andere
leden dier afdeeling bestreden werd.
Meerdere leden drongen met klem aan op de spoedige
stichting van een volksbadhuis van gemeentewege.
Huns inziens was thans wel voldoende gebleken, dat
wachten op particulier initiatie! tot niets leidde. Daarnaast
werd de gemeentelijke volkszwemplaats absoluut onvoldoende
geachl, waarop reeds jaren lang in den Raad is gewezen.
Gevraagd werd nu of Burgemeester en Wethouders op
net thans vergroot gebied van Breda een geschiktere plaats
ervoor hebben gevonden en of in den loop van 1928 een
voorstel mag worden tegemoet gezien voor oprichting van
een en dan tevens beter irgerichte volkszwemplaats. Tevens
werd aangedrongen op beter toezicht in de bestaande volks
zwemplaats. De thans daarmede belaste persoon werd te
bejaard geacht om bij voorkomende ongevallen voldoende
hulp te verleenen.
Van meer dan eene zijde werd de noodzakelijkheid be
toogd, de sloot achter het St IgnatLsZiekenhuis, welks
stinkend water de omgeving verpest, te dempen. Eveneens
en op denzelfden grond, werd aangedrongen op demping
van den sloot, van de Ambachtsschool naar de Bleekstraat
en achter de Leurschestraat.
Een lid was van meening, dat de slooten, die aan den
openbaren weg grenzen, gerioleerd moeten worden.
115B sub b. Uittrekking van een memorie-post werd hier
bepleit, in verband met de met nadruk betoogde wensche-
lijkheid van instelling van een geneeskundige commissie.
115B sub c. Met verbazing vroegen alle leden eener
afdeeling zich af, waarom het noodig is voor de dokters-