BIJLAGE II. XI WATERLEIDING. Voor zoover ons bekend zullen de nieuwe installaties in hun geheel tegen het najaar van 1928 in gebruik genomen kunnen worden. Op 1 April 1928 waren reeds in gebruik: de filters, de ontijzeringsinrichting, het afsluiterhuisje, de rein- waterkelder en de machinistenwoning. Marmerfiltratie zal ingevolge genomen proeven niet plaats hebben. De machine-installatie zal ingevolge raadsbesluit d.d, 24 Juni 1927 door stoom worden gedreven. Leden van den Raad, die de bedrijven wenschen te be zoeken, behooren zich vooraf bij de directie te vervoegen. Met de Maatschappij N. W. Brabant worden onderhan delingen gevoerd. Het stadium, waarin deze verkeeren, is nog niet van dien aard, dat daaromtrent thans mededeelin- gen kunnen worden gedaan. Het komt ons beter voor, de ontwikkeling dezer aangelegen heid af te wachten alvorens omtrent schadeloosstelling te beslissen. Het plaatsen van standpijpen is kostbaar in aanleg en onderhoud. In waterlevering aan het Dijkje wordt sinds eenige weken voorzien, doordat een standpijp verplaatst is. Baten. 1. Het grootste gedeelte water gebruikt voor industriedoeleinden wordt afgenomen door één groot-indus trie, niet in de grenswijziging betrokken. De grenswijziging zal op deze afname weinig of geen invloed uitoefenen op grond waarvan hetzelfde bedrag is geraamd als voor 1927. 6. Op dezen post kon veilig f 4000.worden geraamd, omdat in tegenstelling met de lichtbedrijven het waterlei dingbedrijf nog een belangrijk bedrag van de gemeente te goed had als restant van een voor het bedrijf gesloten geldleening.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1928 | | pagina 49