XXX
BIJLAGE lb.
batige saldi der laatste jaren, alle aanleiding om het keur
loon te verlagen. Voorts wil het hem voorkomen, dat de ge
meente Breda niet vrijelijk over het reservefonds kan be
schikken, maar dat de buitengemeenten aanspraak hebben
op een evenredig deel.
Een ander lid merkt daartegen op, dat het bedrijf admi
nistratief in twee deelen zou moeten worden gesplitst, een
voor Breda, waarop geen winst behaald zou worden, en een
voor de buitengemeenten, welke wel winst zou mogen
opleveren. Hij acht in dat verband ook verschil in keurloon
noodig.
Hij acht dezen dienst, welke ons door wettelijke ver
plichtingen wordt opgelegd, niet geschikt om winst te
behalen, zeker niet voor Breda. Wal de omliggende ge
meenten betreft, acht hij het billijk, dat Breda voor de
gepresteerde diensten billijk betaald wordt, en acht hij eenige
winst alleszins gewettigd.
Andere leden zijn het hiermede niet eens, te meer waar
de winst niet komt in de gemeentekas, maar ten goede
komt aan het slachthuis en dus langs een omweg ten goede
aan den belanghebbende.
Een lid vraagt, of het Burgemeester en Wethouders bekend
is, dat er te Ginneken een strooming be-taat om voor
het slachten van vee geen gebruik te maken van het Bre-
dasche abattoir; dit zou z. i. minder gunstige gevolgen
hebben voor dezen dienst.
Een lid vraagt, waaruit de algemeene onkosten onder
volgnr. 4 der lasten bestaan, mede in verband met het
voorhanden zijn van een post Onvoorzien onder nr. 22.
Opgemerkt wordt, dat onder nr. 17 een bedrag van
f 1500.— is voorgedragen, terwijl volgens de laatst afge
sloten bedrijfsrekening een bedrag van f 1200.is betaald.
Een lid vraagt, of de huur aan schommeling onderhevig
is.
Een lid vraagt, of het niet gewenscht zou zijn een auto
aan te schaffen.