VIII BIJLAGE Ia. 4N gelegd. Een architectonisch schoon plan, wat desnoods geleidelijk bij gedeelten zou worden uitgevoerd, achten zij beter dan het verspreid bouwen van kleine complexen zonder eenige architectonische waarde. Zij zouden dan ook gaarne zien, dat de gemeente zooveel mogelijk grond kocht. Andere leden merkten hiertegen op, dat Breda na de grensuitbreiding toch niet dadelijk is kunnen beginnen met het bouwen van een groot aan il arbeiderswoningen, daar Breda geen voldoende grond oezat. Het openbaar maken van plannen zou slechts den grondspeculanten ten goede komen, tot nadeel van Breda. Zij zijn van oordeel, dat Burgemeester en Welnouders in deze voldoende waakzaam zijn geweest en in korten tijd toch voldoende arbeiderswoningen gebouwd hebben. Kan het gemeentebestuur zich echter grootere complexen grond verwerven, dan voelen zij ook veel voor een, zij het dan grootsch opgezet plan. Wegen en straten. Een lid vraagt, of er binnenkort voorstellen te verwachten zijn omtrent de bes rating en verlichting der Bloemenbuurt, alsmede hoe het st„at met de onderhandelingen met de huiseigenaren en bouwers, wat betreft de oplossing van dit geschil. De wegen aldaar zijn vooral in dit jaargetij onbe gaanbaar. Een lid vraagt, welke, vraag ook door een ander lid ge deeld wordt, of Burgemeester en Wethouders reeds een onderzoek hebben ingesteld naar den weg die komen zal achter het St. Ignatius-Ziekenhuis, waarbij de sloot nabij de t Loopschans zou kunnen aansluiten. Een ander lid vraagt, of Burgemeester en Wethouders meer aandacht willen schenken aan de landwegen, zoodat deze berijdbaar en begaanbaar zijn. Een lid acht de oplossing van den parallelweg tusschen J

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 8