IV
BIJLAGE L
HOOFDSTUK I.
Bij de doorlezing dezer begrooting trekt onmiddellijk de
aandacht de post, waarmede zij opent, n.l. die onder volg-
nr. 1, waarop geraamd is het batig slot van den gewonen
dienst volgens de laatst vastgestelde rekening, i. c. die van
1929. Deze post kon slechts worden uitgetrokken op f 28.627,74
en blijft daardoor bijna f 53.000.beneden het voor 1930
geraamde bedrag. Hieruit blijkt weer het onzekere van deze
min of meer gebruikelijke handelwijze.
Waar de overschotten zeer onzeker zijn, is deze handel
wijze niet geheel vrij van bedenking. Wordt een overschot,
door welke omstandigheden ook, in eenig jaar belangrijk
lager dan het vorige rekeningssaldo, dan is er op de be
grooting plotseling een hiaat aan te vullen, hetgeen slechts
kan geschieden door óf uitgaven te verlagen, óf andere
inkomsten (belastingen) te verhoogen. De thans voorliggende
begrooting geeft van deze methode een sprekend voorbeeld.
Ten einde in de toekomst grootere schommelingen te
voorkomen kan het aanbeveling verdienen reserveering van
de saldi, geheel of gedeeltelijk, in overweging te nemen.
Een overzicht der rekeningssaldi van den gewonen dienst
over de laatste jaren moge hier volgen
De saldi der jaren 1927 en 1928 waren bovenmatig hoog,
omdat daarin begrepen zijn bedragen van resp. f 100.000.—
en ruim f 200.000.— ter reserveering voor de toen nog niet
bekende jaarlijksche uitkeeringen aan buitengemeenten inge
volge art. 7 der Uitbreidingswet.
Batig slot. Nadeelig slot.
1924
1925
1926
1927
1928
1929
28.524.05V2
78.125.48
12.671.08VÏ
178.488.19
285.182.81
28.627.74