VIII BIJLAGE I. van deze gronden kan binnen zeer afzienbaren tijd worden tegemoet gezien. HOOFDSTUK VIII. par. 2 t/m 9. De nadeelige sloten van deze paragrafen doen zien, dat het lager onderwijs in 1931 wederom grootere offers van de gemeente zal vragen. Als eerste algemeene oorzaak valt daarvoor aan te wijzen een mindere opbrengst der schoolgelden als gevolg van de nieuwe schoolgeldtarieven, waarbij met de grootte van het gezin rekening wordt gehouden. Voor het bijzonder onderwijs werken nog meer factoren ongunstig. Wat het bijzonder gewoon lager onderwijs betreft (par. 7) zien wij naast een verlaging der inkomsten, niet alleen door de mindere schoolgeldopbrengst (volgnr. 88), maar tevens door een lager geraamde uitkeering van bui tengemeenten (volgnr. 92), anderzijds een verhooging der uitgaven, als gevolg van hooger geraamde bedragen voor vergoeding aan schoolbesturen ex art. 101 en 104 der L.O. wet 1920 (volgnrs. 592 en 593) en voor rente en aflossing (volgnrs. 598 en 599). HOOFDSTUK VIII. par 15. Ook de onder deze paragraaf geraamde tak van onderwijs (nijverheidsscholen) wijst een belangrijke stijging aan, mede een gevolg van de grootere bijdragen, welke de bijzondere nijverheidsscholen eischen (volgnr. 673). HOOFDSTUK IX. par. 1. In afwijking van de tot nu toe besproken hoofdstukken en paragrafen geeft deze paragraaf voor 1931 een nadeelig saldo, dat bijna f 11.000,— beneden dat der vorige begroo ting blijft. Deze gunstige uitkomst is te danken aan de mogelijk gebleken aanmerkelijk lagere raming der posten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 8