orden
dat
van de
wijzen
^an de
an het
ictoren
derwijs
)msten,
nr. 88),
in bui-
ng der
n voor
r L.O.
flossing
iderwijs
i, mede
zondere
stukken
nadeelig
begroo-
aan de
posten
BIJLAGE I. IX.
voor de ziekenverpleging (volgnr. 711). Wel vragen andere
uitgaven als kosten van krankzinnigenverpleging (volgnr. 714)
en subsidie aan het Burgerlijk Armbestuur (volgnr. 718)
hoogere bedragen, doch deze stijging bleef bij de daling
der eerstgenoemde uitgaven ten achter.
HOOFDSTUK XII.
Thans komende tot het belasting-hoofdstuk, zien wij
daarop voor de eerste maal het resultaat verschijnen van
de financieele verhoudingswet. De verschillende nieuwe
belastingposten zijn nader toegelicht in de bij deze begroo
ting behoorende memorie van toelichting en behoeven
daardoor geen nadere bespreking.
De geraamde belastingopbrengsten zijn ons verstrekt door
den inspecteur der directe belastingen. Zij zijn gebaseerd
op de in de verschillende wetten en verordeningen vastge
stelde tarieven en kunnen bij het samenstellen der begroo
ting niet anders dan tot de ons opgegeven bedragen
worden uitgetrokken.
Een uitzondering hierop vormt de post volgnr. 161 A.
opcenten op de hoofdsom der gemeentefondsbelasting,
welke thans als sluitpost der gemeente-begrooting fungeert.
Zooals U bekend is, werd in Uw vergadering van 30 Juli
1930 dit aantal te heffen opcenten voor het belastingjaar
1931/32 vastgesteld op 32 met een geraamde opbrengst van
rond f 150.000,Hiervan zou ten hoogste zijnde
f 100.000,— ten bate der begrooting 1931 kunnen komen.
Dit zou ruim voldoende geweest zijn, ware het niet, dat
het accres der uitgaven voor 1931 ongewoon is. Werd
voor 1930 meer aan uitgaven geraamd dan voor 1929, een
bedrag van rond f 141.500, thans blijkt, dat voor 1931
weer rond f 224.000.— meer moet worden geraamd dan
voor 1930. Bij het opmaken dezer begrooting bleek dan
ook, dat met genoemd bedrag van f 100.000,— niet kan
worden volstaan. Voor het sluitend maken was noodig