VI BIJLAGE I. Dit resultaat werd verkregen nadat ten aanzien van de uitgaven bij het opmaken der verschillende bijbegrootingen de uiterste zuinigheid was betracht, zoodat te dien aanzien geen verdere besparing te vinden was. Het bleek dan ook noodzakelijk andere maatregelen te treffen ten einde tot een sluitende begrooting te komen. Daartoe hebben wij nauwkeurig nagegaan welke ontvangst en uitgaafposten alsnog voor verhooging, c.q. verlaging in aanmerking kwamen, terwijl bovendien tot verlaging met 10 tot 20 van de verschillende subsidiebedragen (in de memorie van toelichting afzonderlijk vermeld) werd over gegaan. Voor de meesten bedraagt deze verlaging 10 °/c; ten aanzien van enkelen meenden wij tot 20 te kunnen gaan. Aldus handelende werd een bedrag van omstreeks 11.000. verkregen, zoodat hierna nog 141.000.meer gedekt moest worden dan op de oorspronkelijke begrooting voor 1932. Door eene verhooging van opcenten op de gemeentefonds belasting alleen was dit niet te vinden, aangezien niet hooger dan 80 c.q. 100 opcenten gegaan mag worden, terwijl de opbrengst van 1 opcent ongeveer 4200.bedraagt. Boven dien zou het zeer ongewenscht zijn deze heffing tot haar maximum op te voeren, aangezien de gemeente dienten gevolge in een dwangpositie zou komen te geraken. Hierdoor werden wij genoodzaakt naar andere bronnen van inkomsten om te zien. Wij meenen deze gevonden te hebben in de invoering van een z.g. „straatbelasting", welke volgens een vrij nauwkeurige berekening een belastingopbrengst van on geveer ƒ91.000.doet verwachten. Ook aan andere belastingen is gedacht, De onderwerpelijke geniet evenwel naar onze meening wegens de billijkheid en doelmatigheid harer heffing de voorkeur. Mitsdien hebben wij op volgnr. 47 der begrooting te dier zake geraamd een bedrag'van ƒ91.000.—. Een voorstel tot vaststelling van de desbetreffende verordeningen tot heffing en invordering zullen wij U tijdig doen toekomen. Bij invoering dezer belasting wordt het nadeelig verschil

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 6