VIII BIJLAGE I. voordeel wordt evenwel voor een deel te niet gedaan door een stijging der kosten van de straatverlichting en van pensionneering. Hoofdstuk V. Een belangrijke stijging van het nadeelig saldo geeft dit hoofdstuk te zien. Het is geklommen van 8000.in 1932 tot 42.670.in 1933. Als oorzaak daarvan valt aan te wijzen de lasten voortvloeiende uit de in 1932 gesloten leening tot dekking van uitgaven voor woningbouw. Hierop werd reeds gewezen in onze nota bij de begrooting van 1932. Hoofdstuk VI. Het nadeelig saldo van dit hoofdstuk is gedaald met bijna 78.000.door de raming eener straatbelasting ten bedrage van 91.000.—. Een gedeelte van deze bate ging weer verloren door een lagere raming der brug- en havengelden (volgnr. 39) en een vermeerdering van het op dit hoofdstuk drukkende rente- en aflossingsbedrag (volgnrs. 476 en 477). Hoofdstuk VIII par. 7. De netto-kosten van het bijzonder gewoon lager onderwijs zijn met ruim 13.000.— gestegen. Deze toeneming is in hoofdzaak een gevolg van de stijging der op volgnrs. 598 en 599 geraamde rente- en aflossingsbedragen en eenige vermin dering van de schoolgeldopbrengst. Hoofdstuk VIII par. 9. Het bijzonder uitgebreid lager onderwijs eischt ruim 3000.meer dan voor 1932. Dit wordt veroorzaakt door een stijging der vergoeding ex art. 101 der L.O. Wet 1920 (volgnr. 614), welke stijging slechts gedeeltelijk wordt ge compenseerd door een hoogere opbrengst der schoolgelden. Hoofdstuk VIII par. 10. Op deze paragraaf worden geraamd de kosten van het bijzonder buitengewoon lager onderwijs. De netto-kosten daarvan zijn ruim 2200.hooger dan voor 1932.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 8