BIJLAGE I. wl IX
Deze verhooging is ontstaan door de sluiting eener geld
leening tot dekking van het verleende voorschot voor den
bouw eener bijzondere school voor buitengewoon lager onder
wijs. Waar het hier een renteloos voorschot betreft, blijft
de rente dier geldleening geheel ten laste der gemeente.
De uit dezen rentelast voortvloeiende verhooging wordt
gedeeltelijk teruggebracht door een verlaging der bijdrage
voor het onderwerpelijke onderwijs, geraamd op volgnr. 626.
Hoofdstuk VIII par. 12.
Het nadeelig saldo is gedaald met ruim 2700.door de
memorieraming van de kosten voor het gebruik van school-
baden (volgnr. 633). Dit is echter geen winst, omdat de
opbrengst dezer schoolbaden (volgnr. 25 Ac.) in ontvangst
eveneens memorie is geraamd.
Hoofdstuk VIII par. 15.
Op dit hoofdstuk worden verantwoord de ontvangsten en
uitgaven van de beide gemeentelijke nijverheidsscholen, bene
vens de subsidie aan de bijzondere nijverheidsscholen.
Ingevolge de door het Rijk op deze scholen toegepaste
bezuinigingsmaatregelen konden de uitgaven ter zake van
de ambachtsschool (volgnr. 671) belangrijk lager worden
geraamd en gaf tevens de subsidiepost (volgnr. 673) een
belangrijke besparing. Het hierdoor verkregen voordeel gaat
weer gedeeltelijk verloren door de met deze verlaging verband
houdende daling van het rijkssubsidie (volgnr. 126).
Verder moesten de posten rente en aflossingen van geld-
leeningen (volgnrs. 684 en 685) tot hoogere bedragen worden
uitgetrokken, waardoor niet alleen het verkregen voordeel
geheel verloren ging, doch het nadeelig slot van deze para
graaf met rond 5000.steeg.
Hoofdstuk IX.
In de beide paragrafen van dit hoofdstuk komt in zeer
sterke mate de gevolgen van de crisis tot uitdrukking.
Door de hoogere subsidieering van het burgerlijk armbe
stuur (volgnr. 718) steeg het nadeelig slot van de eerste