XIII de tijdsomstandigheden gedwongen lagere raming van de navolgende belastingposten (waar noodig afgerond): hoofdsom en opcenten grondbelasting meer hoofdsom pers. belasting minder 10000.- opcenten idem meer dividend- en tant. belasting minder 4000- 50 opc. vermogensbelasting minder 2400- opc. gemeentefondsbelasting: aanvangende dienstjaar meer a. 6000. 70000- 36400- 32800- b. eindigende dienstjaar meer openb, vermakelijkheden minder 8000. Saldo meer rond 121000. Blijkens de bij de hierboven gegeven algemeene beschou wingen moet de post volgnr. 161Aa alsnog worden verhoogd met 18.000.—, terwijl op den post volgnr. 161 Ba alsnog moet worden geraamd een bedrag van 40.000. Het totaal der inkomsten stijgt hierdoor van 1.186.400.tot 1.244.400..en het batig slot van 1.175.480.— tot 1.233.480.-. HOOFDSTUK XIII. De batige sloten der verschillende bedrijfsparagrafen geven gedeeltelijk een gunstiger, gedeeltelijk een ongunstiger uit komst dan voor 1933. De oorzaken daarvan zijn als volgt: Par. 1. electr. bedrijf: het batig slot is rond 20.000.— lager, zijnde een gevolg van de lager geraamde winstuitkeering. 2. grondbedrijf: het batig slot is rond 14.000.— lager, zijnde een gevolg van een wijziging in het rente-percentage, dat aan de gemeente vergoed wordt over het zgn. eigen kapitaal. 3. gasbedrijf: het batig slot is rond 5000.hoo- ger tengevolge van de hooger geraamde winst uitkeering. 4. waterleiding: het batig slot is rond ƒ9000.hoo ger wegens alsvoren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 13