XXV
ARMENRAAD.
ARBEIDSBEMIDDELING.
Aanvang uitkeering armlastigen.
Blz. 60, Hoofdstuk IV, Afd. I, art. 2.
Eenige leden vragen, of het mogelijk is de uitkeeringen
aan armlastigen, die zich in Breda komen vestigen, eerst te
doen aanvangen, nadat zij minstens één jaar in plaats van een
half jaar in Breda gewoond hebben.
In twee afdeelingen vraagt men verbetering van het kan
toor van den Armenraad. Men wijst er op, dat zelfs het
hoogst noodzakelijke sanitair niet aanwezig is en dat de
opberging van de bescheiden betere voorziening vereischt.
De wenschelijkheid wordt geuit, het bureau en de particuliere
woning van den voorzitter telefonisch aan te sluiten.
Pogingen tewerkstelling Bredasche werkloozen
bij de Bredasche werkgevers.
Eenige leden verzoeken, bij de Bredasche werkgevers po
gingen in het werk te stellen om Bredasche werkloozen in
dienst te nemen.
Stempelen.
Een ander lid wijst er op, dat werkloozen, die een huis
in eigendom hebben, en dit moeten verhypotheken en het
bedrag moeten op soupeeren voordat zij steun kunnen ont
vangen, toch 2 maal per dag moeten komen stempelen. Er
zijn menschen, die een jaar op uitkeering moeten wachten
en toch dagelijks 2 maal moeten stempelen. Gevraagd wordt
dezen menschen toe te staan, in overeenstemming met het
bepaalde door den Minister, voortaan maar 1 maal te stem
pelen.