XXXIII of groot, worden veronachtzaamd. Tegen het gebruik van ƒ40.000.'uit de reserve van het electriciteitsbedrijf, bestaat in deze tijden en onder deze om standigheden geen bezwaar. Kunnen reeds mededeelingen worden gedaan omtrent het vermoedelijk slot van het loopende dienstjaar? Kan worden medegedeeld het bedrag der totale salaris lasten der gemeente? Willen Burgemeester en Wethouders mededeelen, de rede nen, die ertoe geleid hebben om verschillende vergunningen voor zgn. „bloempjesdagen" te weigeren, die vroeger wèl werden toegestaan? Welke zijn de normen, die bij de behandeling van derge lijke verzoeken worden aangelegd? In een der afdeelingen wordt opgemerkt, dat er een aan tal posten zijn, waarbij voor 1934 meer is uitgetrokken dan in 1932 is uitgegeven. Natuurlijk zijn er gevallen, waarbij dit ten volle verantwoord is. Met komt meerderen leden voor, dat in menig geval met het bedrag van 1932 zou kunnen worden volstaan. In overweging wordt gegeven, als regel geen hoogere bedragen te ramen dan in 1932 zijn uitgegeven, al wil men niet zoover gaan om de begrooting van 1934 thans te wijzi gen. Meerdere leden gaan daarmede accoord. Vele leden wijzen er op, dat aan Burgemeester en Wet houders hulde moet worden gebracht, voor de wijze, waarop zij in het samenstellen der begrooting zijn geslaagd, rede nen waarom ook gewenscht mag worden, maar ook zeker verwacht, dat het College bij de volvoering van de taak den steun van den geheelen Raad zal ondervinden. Een der leden merkt op, dat, rekening houdende met de om standigheid, dat het Rijk de gemeente lasten oplegt en geen lusten, het goed gezien is van Burgemeester en Wethouders om 40.000.— uit het reservefonds van het electriciteitsbe drijf te halen. Een ander lid is mede van oordeel, dat het gewenscht is,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 33