XXXVIII saris van Politie niet zoo schriel meer zal zijn in zijn optreden bij demonstraties en bij het slot van een demonstratie niet de vrijheid zal ontnemen om nog een enkel woord te spreken. Snorren. Ook wordt opgemerkt, dat maatregelen moeten worden getroffen in zake „het snorren'' van taxi-chauffeurs, waarop door één der leden wordt gezegd, dat er dan gelegenheid moet worden gegeven om te stationneeren en geen uitzonde ring moet worden gemaakt, in overleg met de organisaties van chauffeurs. Aantal agenten. Volgnr. 378. Hier wordt opgemerkt, dat voor 1934 voor één agent meer dan voor 1933 gelden worden uitgetrokken, n.l. vorige jaren voor 82, nu voor 83 agenten. Aangedrongen wordt niet dan bij hooge noodzaak het getal der agenten uit te breiden. Kleeding politie. Volgnr. 379. In alle afdeelingen dringt men op groote bezuiniging aan; men vraagt toepassing in deze van het Rijkskleeding-besluit. Ook wordt gevraagd, of de uit te keeren bedragen voor schoenen en handschoenen en voor het dragen der burger- kleeding nog wel in overeenstemming zijn met de tegenwoor dige prijzen der artikelen. Een der andere leden vraagt, waar de belooning van het politiepersoneel alleszins voldoende kan worden geacht, of de toelage voor schoenen niet heelemaal kan vervallen, daar schoenen toch niet kunnen worden geacht te behooren tot de specifieke politie-uitrusting. Burgerwacht. Volgnr. 387. Een der leden kan zich niet vereenigen met de uitgaven ad 360. In alle afdeelingen wordt gevraagd, welke waarborgen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 38