VIII
Artikel 5.
Dit artikel regelt de reeds eerder besproken cumulatie van
wethouderspensioen met andere inkomsten uit openbare
kassen.
Overeenkomstig de eischen door Gedeputeerde Staten
gesteld, wordt onderscheid gemaakt tusschen pensioen uit
openbare kassen en andere inkomsten dan pensioen uit open
bare kassen. De aangegeven maxima van i.e. 3400.en
5000.— zijn aan het voorstel van genoemd College ont
leend.
Het derde lid van dit artikel is overgenomen uit de
bestaande verordening (art. 5 onder b). De Commissie
meende voor de betrekkingen in rechtstreekschen of zijde-
lingschen dienst der gemeente te mogen afwijken van de alge-
meene cumulatie in het tweede lid neergelegd, zulks ter
meerdere bescherming der gemeentekas, die nu immers èn
het wethouderspensioen èn de andere inkomsten te dragen
krijgt en uit hoofde van de algemeene overweging, dat in
zulke gevallen het wethouderschap door den aard van het
verrichte werk en de positie, geacht mag worden dikwijls een
weg te zijn geweest, die gemakkelijker tot het verkrijgen van
de betrekking heeft gevoerd. Ten overvloede' zij opgemerkt,
dat waar in dit artikel en verder in deze verordening sprake
is van „pensioen" daaronder elke soort pensioen van deze
verordening begrepen is.
Artikel 6.
Het eerste lid van dit artikel is overgenomen uit artikel
14 der bestaande verordening. De Commissie heeft gemeend
deze bepaling te moeten handhaven. Immers de hoofdge
dachte, die aan het afloopend pensioen ten grondslag ligt.
is het vergemakkelijken van den overgang naar het private
leven. Van een dergelijke overgang nu is voor hem, die
opnieuw wethouder wordt, geen sprake, reden waarom het