BIJLAGE II.
XXIII
magazijn op het Chasséterrein in het verlengde van het
Sportfondsenbad aan de Vierwindenstraat, haar daarna af te
breken en de daardoor vrijgekomen ruimte te bestemmen
voor den parallelweg van de Ginnekenstraat
Welke maatregelen denken Burgemeester en Wethouders
te nemen ter controle en voorkoming van, naar men hoopt,
hier niet optredende ondervoeding
En ten slotte wenschen zij hun teleurstelling uit te spreken,
dat het bestuur van het Sportfondsenbad bij de openings
plechtigheid van zijn inrichting zich niet heeft kunnen op
werken tot zoodanige hoogte, dat het, ongeacht den tegen
stand in den Raad van een der leden tegen de totstandkoming
van deze instelling, aanleiding heeft gevonden geen uit-
noodiging aan dat lid toe te zenden.
Eenige leden in twee afdeelingen zouden gaarne de meening
van Burgemeester en Wethouders vernemen omtrent een
nauwere samenwerking van het gemeentebestuur met diverse
vak- en andere groepen en ook met middenstandsgroepen
in deze gemeente. Ook willen zij wijzen op een concept
verordening van Burgemeester en Wethouders van Amster
dam, aan den levensmiddelenraad aldaar ter beoordeeling
gegeven, omtrent een eventueel verbod van vestiging van
nieuwe zaken en winkels. Waar dit punt in den Raad reeds
behandeld is en Burgemeester en Wethouders er aan vast
houden geen bevoegdheid daarvoor te hebben, zoo geeft
hij het college beleefd in overweging, de werkwijze en inzich
ten in deze van Amsterdam in studie te willen nemen.
Eenige leden spreken er hun spijt over uit, dat de tijd
veel te kort is geweest tot voorbereiding dezer begrooting.
Een ander lid deelt mede, erkennende de moeilijkheid om
tot bezuiniging van beteekenis te komen, dat bij hem de
vraag rijst, of Burgemeester en Wethouders in den loop
van het begrootingsjaar wel nauwlettend waken tegen over
schrijding der begrootingsposten gewezen wordt daartoe
op „beplantingen waarvoor over 1933 werd geraamd
46.000.-, terwijl de rekening voor dit jaar aangaf 50.000.-.
