L BIJLAGE III. Antwoord van Burgemeester en Wethouders op het centraal rapport van hei afdeelings- onderzoek der bijbegrooiingen en der gemeenie-begrooting voor 1935. ALGEMEENE BESCHOUWINGEN Omtrent de bij de algemeene beschouwingen naar voren gekomen bemerkingen, kunnen wij het volgende mededeelen De meening, dat de in verband met de aanhangige wets ontwerpen plaats hebbende verschuiving van lasten voor de belastingbetalers geen hoogeren druk met zich zal brengen, kan zonder meer niet worden onderschreven. Te dezer zake verwijzen wij naar het hierna onder Hoofdstuk XII mede gedeelde. Wij ontkennen, dat de voorgestelde dekkingsmiddelen grootendeels de mindergegoeden treffen. In dit verband kan worden opgemerkt, dat, met betrekking tot de verhooging der opcenten op de personeele belasting, de Raad onze voorstel len heeft aanvaard. Hierdoor kan tevens het daaromtrent gevraagde als afgedaan worden beschouwd. Een ontwerp tot heffing van een zgn. precario-belasting is bij ons college in overweging. De opbrengst van een zoo danige belasting hangt af van de daarin te betrekken objec ten en van de tarieven. Zonder deze is de gestelde vraag omtrent de opbrengst niet te beantwoorden. Wel kan wor den gewaarschuwd tegen voorstellingen van een belangrijke daaruit te verkrijgen opbrengst. Naar onze meening is de straatbelasting, in vergelijking

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 47