IV
BIJLAGE I.
beide wetsontwerpen een totalen teruggang aan inkomsten
van bijna 154.000.
Deze berekening geldt voor een vol jaar. Over 1935 zullen
de verminderingen nog niet ten volle drukken. Voor dat
jaar kan een en ander worden opgesteld als volgt
Gevolgen wet financieele verhouding 1929
1. Verminderde uitkeering per inwoner
van 16.926.14 rond 12.500.—
2. -Verminderde opbrengst klassificatie 2/3
van 5500.— rond 3.600.—
Wetsontwerp instelling werkl. subs, fonds
Vermindering van inkomsten
40 hoofds. grondbelasting 47.000.
80 pers. belasting 164.800.
10 opcenten verm. belasting
2/3 van 7500.— 5.000.—
7 opcenten gem. fondsbel.
2/3 van 30.700.— 20.460.—
totaal minder 237.260.
Vermeerdering inkomsten
classificatie (2e
klasse) 2/3 van
6750.4.500.—
Meer uitkeering
Werkl. subs.
fonds 112.298.
116.798.—
Nadeelig verschil vermindering en vermeer
dering 120.462.-
Totale vermindering voor 1935 136.562.
Het behoeft uiteraard geen betoog, dat bij een dergelijken
stand van zaken de begrooting voor 1935 zonder bijzondere
maatregelen niet sluitend kon worden gemaakt.