VI BIJLAGE 1. in de plaats komen 25 opcenten ten behoeve van het werk- loosheidssubsidiefonds, een vermindering dus met 5 opcenten. Zoodat de gemeentenaren over 1935/36 zullen betalen 64 opcenten voor de gemeente en 25 voor het werkloosheids- subsidiefonds of totaal 89, terwijl over 1934/35 zijn geheven in totaal 112 opcenten. Na deze algemeene inleiding komende tot de begrooting zelf, trekken de navolgende verschillen tusschen deze en de oorspronkelijke begrooting voor 1934 in het bijzonder de aandacht. HOOFDSTUK I. Dit hoofdstuk sluit met een batig saldo, dat omstreeks ƒ20.000.lager is dan dat der begrooting 1934. Zulks wordt veroorzaakt, doordat bij raadsbesluit van 24 April 1934 van het batig slot der rekening 1933, verantwoord op volgnr. 1, welk batig slot ongeveer gelijk was aan dat voor komende in de vorige begrooting, een bedrag van 20.000. is gebracht ten bate van den dienst 1934. HOOFDSTUK II. Het batig saldo van dit hoofdstuk is bijna 28.000.lager dan dat der vorige begrooting. Deze vermindering is in hoofdzaak een gevolg van de lagere uitkeering uit het ge meentefonds. Kon te dier zake op de begrooting 1934 in totaal (volgnrs. 4 en 5) bijna ƒ388.000.worden geraamd, thans is de raming rond ƒ366.000.- (volgnrs. 4, 5 en 5A) of rond 22.000.lager. HOOFDSTUK III. Bij beschouwing van dit hoofdstuk kan worden geconsta teerd, dat de ontvangsten en uitgaven beide zijn gestegen. De laatste evenwel in sterkere mate, waardoor het nadeelig saldo omstreeks 13.000.hooger is dan voor 1934.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 6