woordigers van den Raad, de plaatselijke vereenigingen en de burgerij, zullen wij gaarne in overweging nemen. Paragraaf 7. Afgezien van de vraag, of het hierbedoelde verzoek wel aan het juiste adres is gericht, wordt medegedeeld, dat de gemeente geen gelegenheid vindt de concentratie van het bijzonder lager onderwijs te bevorderen. Paragraaf 10. Het toezicht op de scholen voor bijz. buitengewoon lager onderwijs wordt uitgeoefend door het daarvoor aangesteld rijksschooltoezicht. Volgnr. 671. De ter zake van dit volgnummer gemaakte opmerking is juist. De fout is hersteld bij de aan het slot opgenomen nota van wijziging. Volgnr. 672. In de memorie van toelichting moet het bedrag van 6000.- veranderd worden in ƒ5000. Volgnr. 673. Omtrent het leveren aan particulieren door de Bredasche huishoud- en industrieschool van tevoren bestelde diners is ons niets bekend. De genoemde feiten zullen doorgegeven worden aan de inspectie van het nijverheidsonderwijs. Bedoelde school is een door de regeering erkend instituut voor vakonderwijs, dat door de nijverheidsonderwijswet wordt beheerscht. Volgnr. 683. Het bedrag der pensioensbijdragen enz. bedraagt 1833.78;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 71