- 5
No. 44.
9 personen, waarvan de gezamenlijke gezinsinkomsten
per week f 24.50 of minder bedragen.
10 of meer personen, waarvan de gezamenlijke gezins
inkomsten per week f 26.— of minder bedragen.
A r t i k e 1 3.
Onder inkomen van alleenloopende personen wordt ver
staan de eigen inkomsten onder gezinsinkomen het totale
bedrag van de gezamenlijke inkomsten der gezinsleden.
Het Burgerlijk Armbestuur stelt het wel of niet bezitten van
vermogen en het bedrag der wekelijksche inkomsten vast.
Artikel 4.
Bij de vaststelling van het aantal gezinsleden worden de
pleegkinderen en die personen, wier onderhoud voor het
gezinshoofd door de wet verplichtend is gesteld, mede-
gerekend.
Artikel 5.
Alvorens de kaart of het schriftelijk bewijs, bedoeld in
artikel 6 der verordening regelende den G. G. en G. D.,
door of namens den Directeur wordt afgegeven, worden
door dezen omtrent den aanvrager inlichtingen bij het
Burgerlijk Armbestuur ingewonnen.
Artikel 6.
In bijzondere gevallen kan onder goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders van de hiervoor gestelde
regeling worden afgeweken.
Artikel 7.
Aan hen, die recht hebben op genees-, heel- en verlos
kundige hulp krachtens een wettelijke bepaling, uit een
ziekenfonds of verzekering of op andere wijze, wordt geen
hulp door den G. G. en G. D. verleend.