Nn> 45
BIJLAGEN 1936. ^0o 4§,
VOORSTEL tot wijziging van de
29 Februari 1936. Legesverordening.
No. V/583.
Aan den Gemeenteraad.
Naar aanleiding van de hierbijgaande circulaire van den
Minister van Binnenlandsche Zaken d.d. 9 Augustus 1935,
No. 19745, Afd. B. B., betreffende de afgifte van vent
vergunningen, is het gewenscht ten aanzien van het heffen
van leges voor dergelijke vergunningen een afzonderlijke
bepaling in de verordening op het heffen van legesgelden
op te nemen.
Tot dusver werden dergelijke vergunningen afgegeven
met een maximum-looptijd van één jaar en wel over een
kalenderjaar. Tusschentijdsche aanvragen werden verleend
tot ultimo December van het loopende jaar.
De hiervan tot heden geheven leges bedroeg f 0.50 voor
alle vergunningen, onverschillig over welk tijdvak van het
kalenderjaar zij werden verstrekt. Deze heffing geschiedde
op grond van artikel 1 A. 15 der bestaande verordening
(Gemeenteblad Nr. 574), omdat een afzonderlijke heffing
voor ventvergunningen in de verordening ontbrak.
Door den Minister wordt in zijn hierboven genoemde
circulaire een nieuw tarief voorgesteld, waarvan het bedrag
varieert naar gelang van den geldigheidsduur. Met dit
tarief kunnen wij ons vereenigen, te meer omdat hierdoor
^3. wordt bereikt, dat in nagenoeg alle gemeenten hetzelfde
bedrag voor een ventvergunning in rekening wordt gebracht.
De Minister gewaagt, aan het slot van zijn schrijven,
van vergunningen, af te geven voor één dag, één maand
en één jaar wij achten het wel van belang, dat deze ook
kunnen worden afgegeven voor één week, daar een tusschen-
ruimte van een dag en een maand ons te groot voorkomt.
Hiervoor zou dan een tarief kunnen gelden van f 0.50.
Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer U
voor te stellen, de verordening op de heffing van leges-