No. 49 No. 49. BIJLAGEN 1936. VOORSTEL tot het instellen van een gemeentelijk woningbedrijf. 5 Maart 1936. No. V/643. Aan den Gemeenteraad. Gelijk Uw College bekend is (zie het verslag van den Dienst van Openbare Werken), bezit de gemeente Breda, behalve de eigendommen, bestemd voor den publieken dienst (Gemeentehuis, schoolgebouwen, gebouwen der bedrijven, politie-bureaux) een aantal gebouwen, niet voor den publieken dienst bestemd (privaat-rechtelijk bezit der Gemeente). Deze gebouwen zijn voor een deel verhuurd aan derden. De huuropbrengst wordt in de begrooting voor 1936 geraamd op 16.500,en een opsomming ervan wordt aangetroffen in de memorie van toelichting op de gemeentebegrooting, als mede in het verslag van den dienst van Openbare Werken. Blijkens den staat van schulden der Gemeente, voorko mende op blz. 192 en volgende der gemeente-begrooting, rust per 1 Januari 1936 op hoofdstuk Vlf der begrooting („Eigen dommen, niet voor den openbaren dienst bestemd") nog een bedrag ad 335.688,— aan gemeente-schuld. Daaronder is begrepen de schuld, welke op de Gemeente rust terzake van het bezit van gronden buiten het gemeente lijk Grondbedrijf (zie het verslag van den dienst van Open bare Werken). Daarenboven staan nog ten name der Gemeente een aan tal woninggroepen, gesticht in het belang der volkshuis vesting. Het zijn de volgende complexen: a. 2 noodwoningen Boschstraat; b. 12 middenstandswoningen Haagweg; c. 87 arbeiderswoningen Dijklaan; d. 41 Kastanjestraat; e. 84 Vestingstraat; 70 Plataanstraat; 9- 120 Heidebloemstraat; h. 157 Westeinde; i- 55 Zandbergdwarsstraat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 179