3
No. 49.
Voor de woninggroepen, met rijksvoorschotten onder ge
meentelijken waarborg, in het leven geroepen door de hier
ter stede werkzame woningbouwvereenigingen, is in de be
schikking van de Ministers van Arbeid, Handel en Nijver
heid en van Financiën van 30 Juni/13 Juli 1926 de eisch
gesteld van het jaarlijks samenstellen van een balans en ver-
lies- en winstrekening, terwijl de administratie dient te worden
gevoerd naar de dubbele boekhouding.
Naar het ons voorkomt, zal het noodig zijn, waar een zoo
belangrijk deel van het gemeentelijk vermogen ter voorziening
in de volkshuisvesting is vastgelegd, ook ten aanzien van het
gemeentelijk woningbezit te komen tot een administratie,
welke den Raad in staat stelt, alles wat met het beheer van
dit bezit samenhangt, gemakkelijk te overzien.
Daarbij zal het naar ons gevoelen noodig zijn, de eigen
dommen, niet voor den publieken dienst bestemd, voor zoo
ver het woningen zijn, in die administratie te betrekken.
Om tot dat doel te geraken is het noodig, de begrootings-
boekhouding los te laten en voor het beheer van het gemeen
telijk woningbezit een vorm te kiezen, waarbij de administratie
kan worden gevoerd als van een afzonderlijk deel van het
gemeentelijk vermogen en de inkomsten en uitgaven te dezer
zake af te scheiden van de overige inkomsten en uitgaven der
Gemeente.
In sommige gemeenten wordt tot dat doel een stichting in
het leven geroepen, aan welke het beheer van het gemeen
telijk woningbezit wordt opgedragen. In het stichtingsbestuur
is het gemeentebestuur dan gewoonlijk vertegenwoordigd.
Men kiest dezen beheersvorm veelal, om te ontgaan de
moeilijkheden, welke het beheer van een zeer groot aantal
woningen geacht wordt mee te brengen voor een gemeente
bestuur.
Een stichting, zoo meent men, kan eenvoudiger werken,
doordat alles in handen van één bestuur ligt; zij kan gemak
kelijker optreden in geval een woning gerechtelijk moet wor
den ontruimd of wanneer andere procedures moeten worden
gevoerd.
Naar onze meening behoeven in deze gemeente die over
wegingen niet te gelden.