No. 49. - 8 - waaruit de onderhoudskosten voor zooveel mogelijk worden bestreden. 2. Jaarlijks wordt daartoe per woning en per winkel, een door den Raad vast te stellen bedrag onder de lasten op genomen. 3. Ten bate van het in lid 1 bedoelde fonds worden ge bracht de vóór de in werking treding dezer verordening ge kweekte reserves voor onderhoud, waarvan de grootte door Burgemeester en Wethouders wordt vastgesteld. Artikel 9. 1. De bedrijfsbegrooting wordt in ontwerp door den met de dagelijksche leiding van het bedrijf belasten directeur in gediend bij Burgemeester en Wethouders 6 maanden vóór den aanvang van het jaar, waarvoor die bedrijfsbegrooting dienen moet. 2. Vóór of op 1 Mei van elk jaar zendt de in het vorig lid bedoelde directeur de bedrijfsrekening over het afgeloopen jaar in bij Burgemeester en Wethouders. 3. Nadat de cijfers dezer rekening door den boekhoud kundige, aangewezen ingevolge art. 265 der Gemeentewet, zijn deugdelijk verklaard, doen Burgemeester en Wethouders onder overlegging van die rekening, verantwoording over het gevoerde beheer aan den Raad. Artikel 10. Deze verordening treedt in werking op een nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen datum. Aldus vastgesteld iri-, de openbare vergadering van den 1936. Voorzitter. Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 186