No. 58
No. 58.
BIJLAGEN 1936.
VOORSTEL tot wijziging van de
bebouwingsverordening-bebouwde
kom.
12 Maart 1936.
No. 1/770.
Aan den Gemeenteraad.
In de raadsvergadering van 29 Augustus 1935 werd vast
gesteld de door ons aangeboden bebouwingsverordening ex
art. 43 der Woningwet, geldende voor de bebouwde kom
dezer gemeente. Overeenkomstig het daaromtrent bestaande
voorschrift, is deze verordening ter goedkeuring ingezonden
aan Gedeputeerde Staten. Dit College heeft bezwaar gemaakt
tegen de omschrijving van de artikelen 1 en 2 der bebou
wingsverordening. Zoodanige verordening kan z.i. alleen
worden vastgesteld voor dat gedeelte eener gemeente, dat ge
rekend kan worden te behooren tot de bebouwde kom in
stedebouwkundigen zin. Artikel 1 der op 29 Augustus 1935
vastgestelde verordening is, naar het oordeel van de Gede
puteerde Staten, hiermede in strijd. Weliswaar zijn de ge
bieden, welke wel tot de bebouwde kom ingevolge het pohtie-
reglement op de wegen, doch niet tot die in stedebouwkun
digen zin behooren, opgenomen in het uitbreidingsplan, zoo
dat, in verband met het bepaalde in artikel 2, de bebouwings
verordening alleen geldt voor de bebouwde kom in stede
bouwkundigen zin, maar dit neemt, volgens Gedeputeerde
Staten, niet weg, dat de bestaande redactie in strijd is met
de Woningwet. Om aan de geopperde bezwaren tegemoet
te komen, hebben wij een ontwerp-besluit tot wijziging van
de artikelen 1 en 2 der op 29 Augustus 1935 vastgestelde
bebouwingsverordening aan de Gedeputeerde Staten toege
zonden; bericht is ontvangen, dat zij voorshands geen be
zwaren hebben tegen het ontworpen besluit.
Het ontwerp-besluit is daarna voor een ieder ter inzage
nedergelegd en wel vanaf 14 Januari tot en met 10 Februari
1936. Van Mevrouw de Weduwe Z. Asselbergs—van Dix-
hoorn en den Heer C. L. M. IngenHousz is bericht ontvangen,
dat zij tegen de gewijzigde bebouwingsvoorschriften dezelfde
bezwaren hebben als door hen zijn ingediend op 13 Juli 1935