No. 69.
No. 69
BIJLAGEN 1936.
VOORSTEL tot het uit de huur nemen
van een terrein, behoorende bij de
hoeve „Vredenburch" in den Boei-
meerpolder, en tot verhuring van dat
terrein aan de Bredasche Sportver-
eeniging „Breda".
18 Maart 1936.
No. V/743.
Aan den Gemeenteraad.
Bij raadsbesluit van 9 Januari 1935, goedgekeurd door de
Gedeputeerde Staten bij besluit van 23 Januari d.a.v., G.
No. 253, werd voor de Bredasche Sportvereeniging „Breda"
aan W. A. Mouwen, J. M. de Wit en P. Mouwen, voor den
tijd van 3 jaren, alzoo tot 10 November 1937, verhuurd een
sportterrein in den Boeimeerpolder.
In verband met de onbespeelbaarhid van dit terrein wegens
den drassigen bodem, waardoor het terrein door den K. N.
V. B. voor officieele wedstrijden werd afgekeurd, verzoekt
de Sportvereeniging een ander terrein voor haar beschikbaar
te stellen.
Een doeltreffend middel om het peil van het thans ver
huurde terrein te verhoogen, waardoor het een goed bespeel
baar veld zou worden, brengt te hooge kosten met zich om
in uitvoering te kunnen komen.
In verband daarmede hebben wij uitgezien naar een ander
gunstig veld en meenen dit gevonden te hebben in een terrein,
behoorende bij de hoeve „Vredenburch" in den Boeimeer
polder, thans in huur bij A. van den Enden, landbouwer al
hier. Deze is bereid er in te bewilligen, dat het benoodigde
terrein, gedeelte van perceel Sectie E. No. 621, groot 21630
M2., op bijgaande situatie in rood aangegeven, uit de huur
wordt genomen tegen een huurverlaging van 200.per
jaar, ingaande 15 Maart 1936.
De gevraagde huurverlaging is in verband met de grootte
van het perceel, dat uit de huur wordt genomen, billijk te
noemen.
Ligt in de Leeskamer ter visie.