3
No. 96.
niseerde patroons werkt dus de gemeente in verschillende
richting mee, aan wat geacht kan worden tot het domein der
overheid te behooren.
Dit neemt evenwel niet weg, dat een zoo algemeen besluit,
als door voorsteller geformuleerd, haar nog niet voor ver
wezenlijking vatbaar lijkt, daar in het voorstel in het algemeen
van „georganiseerde patroons" wordt gesproken, zonder dat
de vorm en de omvang van die organisatie duidelijk is, terwijl
voorts geen mogelijkheid gelaten wordt, om, bij eventueel
misbruik maken van een zoodanig besluit door georganiseerde
patroons, van den aangenomen regel af te wijken.
De minderheid is zich bewust, dat een rijksregeling te pre-
fereeren ware, indien de verhoudingen daarvoor rijp zouden
zijn, hetgeen zij niet het geval acht. Toch zijn voor verschil
lende vakken plaatselijk de verhoudingen reeds zóó, dat een
plaatselijke regeling in den gewenschten vorm mogelijk lijkt,
mits tevens aan de prudentie van Burgemeester en Wethou
ders eventueele afwijkingen van dezen regel worden over
gelaten.
Resumeerende heeft derhalve de meerderheid van ons col
lege de eer Uw Raad te adviseeren het voorstel van Arendonk
niet aan te nemen en heeft de minderheid de eer Uw Raad
in overweging te geven het voorstel te aanvaarden, met dien
verstande, dat in plaats van „georganiseerde patroons" ge
lezen wordt „Patroons, die lid zijn van een vakorganisatie,
welke partij is bij een landelijke collectieve arbeidsovereen
komst" en dat Burgemeester en Wethouders gerechtigd zijn
hiervan af te wijken, indien zij meenen, dat doorvoering van
dezen regel, in een bepaald geval het gemeentebelang zal
schaden.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
J. VAN BUITENEN, loco-Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.