No. 98 No. 98. BIJLAGEN 1936. VOORSTEL tot vaststelling van het aantal opcenten op de hoofdsom der Gemeentefondsbelasting voor het dienstjaar 1936-1937. 15 April 1936, No. V/1002. Aan den Gemeenteraad. Evenals vorige jaren moet vóór den aanvang van het op 1 Mei aanvangende nieuwe belastingjaar (1936/1937) wor den vastgesteld het aantal der over dat jaar op de gemeente fondsbelasting te heffen opcenten. Als uitgangspunt dient hiervoor te worden genomen de op volgno. 161 Aa der gemeentebegrooting voor 1936 geraamde opbrengst dezer opcenten, benoodigd voor het sluitend maken dier begrooting, zijnde 188.000. Echter dient vooraf te worden nagegaan, of na de vast stelling dezer begroooting, in Uw vergadering van 14 Fe bruari j.l., zich omstandigheden hebben voorgedaan, welke wijziging in genoemd bedrag noodzakelijk maken. Uiteraard heeft het korte tijdsverloop ten aanzien van de meeste posten geen nieuwe inzichten kunnen brengen; die welke nader onder het oog moeten worden gezien volgen hierna: A. Werkverschaffing aan werkloozen. In het eerste kwartaal van dit jaar werd in totaal verloond een bedrag van 20.700,27. Dit bedrag moet nog worden verhoogd met de brandstoffentoelagen, welke over genoemd tijdvak 541.52 hebben bedragen. Bovendien is nog rekening te houden met de ziekte- en ongevallenpremie, welke voor het geheele jaar op een bedrag van 4519.— is te stellen. In aanmerking nemende, dat in de eerste week van dat kwartaal alle werkverschaffingen stil lagen en hierop voor de volgende kwartalen niet kan worden gerekend, is een ver hooging van het geraamde bedrag 71000.tot 92000.— noodzakelijk te achten. Hierbij dient evenwel te worden opgemerkt, dat in deze raming begrepen is een bedrag van 30.700.— ter zake van de werkverschaffing aan den Wilhelminasingel. In totaal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 319