BIJLAGEN 1936. 110
No. 110. VOORSTEL tot het vaststellen van
8 Mei 1936, een gewijzigde garage-verordening.
No. 1/1458.
Aan den Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 26 April 1935 werd vastgesteld een
garage-verordening voor deze gemeente. Deze heeft bij de
Gedeputeerde Staten die haar moeten goedkeuren be
denkingen ontmoet. Daarom werd, in overleg met den In
specteur van de Volksgezondheid, de verordening gewijzigd.
Eenige van de voornaamste wijzigingen laten wij, met korte
toelichting, hieronder volgen.
In artikel 1 is de definitie van garage gewijzigd overeen
komstig de model-voorschriften voor garages.
Artikel 2 is geschrapt; in de vorige garage-verordening
waren de veiligheidsvoorschriften gedifferentieerd naar het
aantal motorrijtuigen, dat in een garage kon worden gesteld.
Gelet op de groote verscheidenheid in de afmetingen der
motorrijtuigen is bij de in verschillende artikelen aangebrachte
wijzigingen niet langer het aantal motorrijtuigen, doch de
oppervlakte der garage als criterium genomen, in verband
waarmede artikel 2 kan vervallen. Zulks is o.a. het geval in
de artikelen 9 en 10 (oud 10 en 11), waarin, ter vereenvou
diging, eenzelfde oppervlakte is bepaald.
In artikel 11 (oud 12) is het eerste lid gewijzigd, ten einde
in overeenstemming met artikel 49 der Bouwverordening
metselwerk regel te doen zijn. Voor andere brandvrije con
structies is, volgens het nieuwe 4e lid, vrijstelling mogelijk.
In artikel 13 (oud 14) is de oude redactie betreffende de
bepaling der grootte eener garage, welke tot verschil in op
vatting aanleiding kon geven, vervangen door een vaste maat
van 30 M2., zijnde de oppervlakte van een garage, waarin 2
linke personenauto's, elk van 5.5 X '*85 M. ruimschoots
kunnen worden geplaatst.