15 110 lucifers of andere ontstekingsmiddelen worden ontstoken, mag niet worden gerookt of brandende tabak aanwezig zijn. 7. Gebruikte poetskatoen, poetslappen of andere met vet doortrokken vezelstoffen of aan zelfontbranding onder hevige stoffen moeten na gebruik worden geborgen of be waard in gesloten steenen, aarden of metalen potten, waar in zich niets anders bevindt. Artikel 32. In garages moet op ten minste één, naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders daarvoor geschikte en door het Bouw- en Woningtoezicht aan te wijzen plaats met duide lijke in het oog vallende zwarte letters van ten minste 15 cM. op lichten achtergrond zijn geschilderd: Verboden te rooken. Artikel 33. 1. In garages, waarin zich tevens een herstelinrichting be vindt, mag niet met vuur worden gewerkt. 2. Indien werktuigen of electromotoren, welke vonken kun nen verwekken, aanwezig zijn, kunnen Burgemeester en Wethouders in het belang van de veiligheid nadere eischen stellen. Artikel 34. 1. Onverminderd het daaromtrent krachtens de Veiligheids wet bepaalde, moet ten genoegen van Burgemeester en Wethouders in garages, waarvan het oppervlak, gemeten binnen de omtrekmuren, grooter is dan 50 M2., ten dienste van het aldaar werkzame personeel, ten minste één privaat, voorzien van waterdoorspoeling aanwezig zijn. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen hiervan vrijstelling verleenen, indien in een ruimte of op een terrein, behoo- rende bij de garage en onmiddellijk van de garage uit toe gankelijk, een privaat ten dienste van het personeel aan wezig is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 375