No. 112.
112
iders;
BIJLAGEN 1936.
8 Mei 1936
No. 1/1465.
VOORSTEL tot delegatie van be
stuursbevoegdheden van den Raad
aan B. en W.
Aan den Gemeenteraad.
Bij de wijziging van de Gemeentewet, volgens de wet van
31 Januari 1931, Stbl. 441, is daarin een nieuw artikel 212 op
genomen, hetwelk de bepaling inhoudt, dat Burgemeester en
Wethouders de macht van den Raad uitoefenen, bedoeld in
de artikelen 171 tot en met 175 en 177, indien de Raad daar
toe besluit en naar de door dezen te stellen regelen. Nu der
halve de Gemeentewet de gelegenheid biedt bestuursbevoegd
heden over te dragen aan ons college, meenen wij, dat met
het oog op een vlotteren gang van zaken en gezien de steeds
groeiende gemeentelijke gestie, hieraan gevolg zou kunnen
worden gegeven in dit opzicht, dat slechts bevoegdheden van
niet te groot belang, waarbij bovendien snelle afwerking haar
nut heeft, zouden zijn over te dragen. Derhalve is door ons
een besluit ontworpen, waardoor deze overdracht wordt be
werkstelligd. Het besluit beperkt zich tot het koopen en ver-
koopen van ongebouwde eigendommen, waarbij het bedrag
van aan- c.q. verkoop, zonder bijkomende kosten, de 1000.
niet overschrijdt. Tweeërlei beperking is dus aangelegd. De
aan- of verkoop mag slechts eigendommen van geringe waarde
betreffen, terwijl de eisch van onbebouwd zijn de overdracht
beperkt over het algemeen tot gronden aan de peripheric. Het
brengt bij Burgemeester en Wethouders de vele aanvaardin
gen van strookjes grond, stoepjes e.d. om niet, het verhuren,
verpachten en op andere wijze in gebruik geven van gemeente
eigendommen, die ten deele reeds vroeger, t.w. voor zooveel
het weekwoningen betreft, aan ons college door Uw Raad
zijn gedelegeerd. Bovendien geeft het Burgemeester en Wet
houders enkele andere bevoegdheden, welke zonder bezwaar
kunnen worden overgedragen, zooals het verleenen van kwijt
schelding op grond van de wet of overeenkomst de wet
laat ook de bevoegdheid kwijtschelding op grond van de bil
lijkheid te delegeeren, doch dit komt ons niet juist voor