No. 136. - 10 - 3. Voor de toepassing van het eerste lid wordt met herhalings-oefeningen gelijk gesteld de werkelijke dienst, vervuld krachtens a. artikel 5, vijfde lid, onder a., der Wet voor het reserve-personeel der landmacht 1905 (zooals die sedert is gewijzigd), voor zooveel ziekte betreft b. artikel 36, eerste lid, onder a. der Dienstplichtwet, of artikel 5, onder 3e sub a., der Wet voor de Koninklijke marine, reserve 1924 (Staatsblad No. 369), indien het niet tijdig bereiken van den vereischten graad van geoefendheid het gevolg is van ziekte c. artikel 36, eerste lid, onder c. der Dienstplichtwet, artikel 5, vijfde lid, onder b., der wet voor het reserve-personeel der landmacht 1905 (zooals die sedert is gewijzigd) of artikel 5, onder 3e, sub. c. der Wet voor de Koninklijke marine-reserve 1924 (Staatsblad nr. 369) voor zoover betreft den tijd, doorgebracht tot het ondergaan van het daar bedoeld onderzoek, indien dat onderzoek geen krijgstuchtelijke straf of veroordeelend vonnis tengevolge heeft d. artikel 36, eerste lid onder e. en f. der Dienstplicht wet, artikel 5, vijfde lid onder c. en d., achtste en negende lid der Wet voor het reserve-personeel der landmacht 1905 (zooals die sedert is gewijzigd) of van artikel 5, onder 3e sub. e. en f. der Wet voor de Koninklijke marine-reserve (Staatsblad nr. 369) e. artikel 36, tweede lid, der Dienstplichtwet, artikel 5, zevende lid, der Wet voor het reserve-personeel der landmacht 1905 (zooals die sedert is gewijzigd) of artikel 5, onder 4e, der Wet voor de Koninklijke marine-reserve 1924 (Staatsblad nr. 369), mits de oproeping in werkelijken dienst niet plaats heeft voor het ondergaan van straf en het bedoelde onderzoek geen krijgstuchtelijke straf of veroordeelend vonnis tengevolge heeft. Artikel 17. 1. De ambtenaar, die in verband met oorlog, oorlogs-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 444