No. 136. - 16 - Artikel 31. De ambtenaar, die afwezig is wegens ziekte of onge schiktheid tot werken, is verplicht le. ziekteverlof te vragen 2e. wanneer zijn afwezigheid wegens ziekte of onge schiktheid tot werken langer dan vier dagen duurt, een geneeskundige verklaring over te leggen 3e. zoodanige verklaring tijdens den duur der ziekte of der ongeschiktheid tot werken over te leggen, telkens wanneer dit door den Burgemeester of Commissaris wordt verlangd; 4e. zich te onderwerpen aan elk geneeskundig onderzoek, dat deze of eenige andere verordening of de Burge meester eischt 5e. op te volgen alle maatregelen, welke de geneesheeren, die het onderzoek bedoeld in hoofdstuk VII van deze verordening eventueel hebben ingesteld, in overeen stemming met den behandelenden geneesheer hem tot herstel zijner gezondheid voorschrijven, tenzij hij ten genoegen van den Burgemeester kan aantoonen, dat het opvolgen van een of anderen maatregel voor hem gegronde bezwaren medebrengt 6e. zich te onderwerpen aan de voorschriften van controle door den Burgemeester of Commissaris van Politie, hetzij bij algemeenen regel, hetzij voor zijn geval afzonderlijk gegeven. Artikel 32. De ambtenaar heeft geen aanspraak op eenige uitkeering bij ziekte of ongeschiktheid tot werken, indien deze het gevolg is van zijn opzet of grove schuld of indien hij tijdens deze zonder vergunning van den Burgemeester arbeid voor anderen verricht. Artikel 33. Aan een ambtenaar, die werkzaamheden verricht, welke niet vallen onder de werking der Ongevallenwet, worden, ingeval van ziekte of ongeval, ontstaan in verband met zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 450