No. 136.
- 18 -
behoorlijk te verrichten of, dat van voortzetting van zijn
werkzaamheden gevaar voor hemzelf of voor anderen te
duchten is, dan kan hem door den Burgemeester na een
geneeskundig onderzoek, als bedoeld in Hoofdstuk VII van
deze verordening, ongevraagd ziekteverlof worden verleend.
Artikel 37.
De uitkeeringen bij ziekte of ongeschiktheid tot werken
geschieden, voor zooveel de jaarwedde genietende ambte
naren betreft, in maandelijksche en voor zooveel de weekloon
genietende ambtenaren betreft, in wekelijksche termijnen.
Par. 2. B. Niet-Pensioengerechtigde Ambtenaren.
Artikel 38.
De ambtenaar, die niet valt onder Par. 1, geniet bij ziekte
of ongeschiktheid tot werken een uitkeering op den voet
van de bepalingen der Ziektewet.
Artikel 39.
1. Burgemeester en Wethouders kunnen een ambtenaar,
als in het vorig artikel bedoeld, bij ziekte of ongeschiktheid
tot werken en nadat de uitkeeringen ingevolge de Ziektewet
hebben opgehouden, een ziektegeld toekennen, gelijk aan
evengenoemde uitkeeringen, totdat hij weer in staat zal zijn
zijn werkzaamheden naar behooren te verrichten, echter ten
hoogste gedurende zes maanden en uiterlijk tot aan den
datum van beëindiging van zijn dienstbetrekking of van zijn
aanstelling in vasten dienst.
Deze toekenning geschiedt in elk geval, wanneer de ziekte
of ongeschiktheid tot werken naar het oordeel van Burge
meester en Wethouders het gevolg is van een ongeval hem
in verband met zijn dienstbetrekking overkomen.
2. Voor den duur dezer toekenning zijn de artikelen
23 en 27 t/m 34 van toepassing.