No. 136. 22 Artikel 46. 1. Wanneer de op wachtgeld gestelde inkomsten gaat genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf ter hand genomen binnen 2 maanden vóór, ten tijde van, of na den datum van ontslag, terzake waarvan hem het wachtgeld is verleend, wordt, zoodra en zoolang het wachtgeld, vermeer derd met die inkomsten, de laatstelijk genoten bezoldiging zou overschrijden, het wachtgeld met het bedrag dier over schrijding verminderd. 2. Vervroegd ouderdomspensioen wordt voor de toe passing van dit artikel als een inkomste, bedoeld in het eerste lid, beschouwd. 3. Van het ter hand nemen van eenigen arbeid of eenig bedrijf doet de op wachtgeld gestelde onverwijld mededee- ling aan Burgemeester en Wethouders. Daarbij doet hij, voor zoover mogelijk, opgave van de inkomsten, die hij uit deter hand genomen werkzaamheden zal trekken, terwijl hij voorts verplicht is, om, indien die inkomsten tijdelijk of blijvend wijziging ondergaan, daarvan tijdig voor het ver schijnen van den eerstvolgenden wachtgeldtermijn nadere opgave te doen. 4. Zijn inkomsten niet vooraf op te geven, dan doet hij 2 weken vóór het verschijnen van ejken wachtgeldtermijn opgave van de inkomsten, die hij sinds het ter hand nemen van de werkzaamheden of sinds de vorige opgave heeft genoten. Brengt echter de aard der werkzaamheden naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders mede, dat de inkomsten over een langeren termijn moeten worden bere kend, dan geschiedt de opgave dienovereenkomstig en wordt op het wachtgeld een vermindering toegepast voor een voorloopig vastgesteld bedrag onder voorbehoud van ver rekening aan het einde van den evenbedoelden termijn. 5. Bij de vaststelling van het bedrag der vermindering kan van de opgaven worden afgeweken. 6. Indien de inkomsten vrijwillig zonder voldoende rede nen worden prijsgegeven of door eigen schuld verloren gaan,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 456