No. 17.
BIJLAGEN 1936.
17 Januari 1936,
No. V/168.
aan H. van Welij.
Aan den Gemeenteraad.
Bij Uw besluit van 18 Maart 1935, goedgekeurd bij
besluit van Gedeputeerde Staten van Noordbrabant dd.
10 April d.a.v. G. No. 6, werd het pand Haagdijk 133/133a,
ingaande 1 Maart 1935, tot en met 31 December 1935
verhuurd aan H. van Welij, meubelhandelaar, tegen een
huur van f 1000.—- per jaar.
Vóórdien was het pand reeds 3 jaar aan genoemden
Van Welij verhuurd.
Dat de wederverhuring voor slechts zoo n korten tijd
geschiedde, vond zijn oorzaak in het plan tot saneering van het
Achterom, waarin mede het onderhavige perceel is begrepen.
Daar op 1 Januari 1936 de huur afliep, verzocht Van
Welij het pand weder te mogen inhuren hij vraagt tevens
een huurverlaging van f 100.
Aangezien het saneeringsplan vooralsnog niet tot uitvoe
ring zal komen, is er geen bezwaar tegen wederverhuring
van het pand, waarbij echter wel de voorwaarde dient te
worden gesteld, dat de verhuurster zich het recht voorbehoudt
de huur te doen eindigen met een opzegtermijn van 6
maanden, zonder schadevergoeding dit voor het geval dat
het saneeringsplan zal worden uitgevoerd.
In verband hiermede en met het oog op de algemeene
verlaging der huren, komt ons een huurprijs van f 900.—
per jaar wel voldoende voor
Naar aanleiding van het vorenstaande hebben wij de eer
U voor te stellen te besluiten, ingaande 1 Januari 1936,
voor den tijd van 3 jaar aan H. van Welij in huur te geven
het pand Haagdijk 133/133a tegen een huurprijs van f 900.—
per jaar, onder de voorwaarden opgenomen in het over
gelegde ontwerp-besluit.
Burgemeester en Wethouders van Breda:
VAN SONSBEECK, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.