No. 150.
BIJLAGEN 1936.
13 Juni 1936,
No. V/1540.
Aan den Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 30 Mei j.l. werd besloten tot het
uitleenen van 500.000.aan de gemeente Rotterdam.
Tegen dit besluit zijn bij Gedeputeerde Staten dezer pro
vincie bedenkingen gerezen, weshalve zij in overweging geven
bedoeld besluit in te trekken en te trachten tijdelijk ander
emplooi voor het beschikbare kapitaal te vinden.
Dit laatste is middelerwijl gelukt, weshalve wij U in over
weging geven aan het verlangen van bedoeld college te vol
doen.
Aangezien de voorgenomen uitleening zich slechts over
enkele maanden uitstrekt is het wenschelijk, ten einde te voor
komen, dat voor volgende tijdelijke beleggingen steeds weer
opnieuw te voren deze zaak bij U aanhangig moet worden
gemaakt, te besluiten tot het uitleenen zonder meer van be
doeld bedrag, zulks tegen een nader te noemen minimum per
centage en met bepaling, dat de leeningen door ons college
kunnen worden gesloten na voorafgaande goedkeuring van
Gedeputeerde Staten.
Resumeerende hebben wij de eer U voor te stellen, aldus
te besluiten zulks met intrekking van Uw desbetreffend be
sluit van 30 Mei 1936.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
J. J. VAN BUITENEN, loco-Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.