156
No. 156.
VOORSTEL tot wijziging van de hef
fingsverordening aanlegbelasting
(Gem. Blad no. 497).
Aan den Gemeenteraad.
Nu in afzienbaren tijd zal worden overgegaan tot het aan
leggen van het binnen deze gemeente gelegen gedeelte van
den rondweg en de ter weerszijden daarvan geprojecteerde
zgn. ventwegen, is de vraag gerezen: op welke wijze een bij
drage kan worden verkregen in de aanlegkosten van laatst
genoemde wegen, welke behoudens een kleine bijdrage van
het Rijk, geheel ten laste der Gemeente komen.
De meest eenvoudige oplossing zou zijn het aanleggen dier
ventwegen te doen uitvoeren door of ten laste van eventueele
bouwers aan den rondweg. Dit is echter niet mogelijk, aan
gezien de rondweg niet terstond geheel, zelfs niet regelmatig
voorschrijdend, zal worden bebouwd; er zullen grootere of
kleinere hiaten in de bebouwing blijven met daarmede dan
correspondeerende hiaten in de ventwegen.
Het verhaal van een gedeelte der aanlegkosten zal dan ook
moeten geschieden op een andere wijze, n.l. door het heffen
van een aanleg (baat) belasting op den voet van artikel 281
der Gemeentewet. Bij het reeds bestaan eener algemeene baat
belastingverordening, opgenomen in Gemeenteblad Nr. 497,
is een afzonderlijke verordening voor het onderhavige geval
niet noodig, hoewel het tarief van eerstgenoemde verordening
in deze niet bruikbaar is. Dit tarief toch is afgeleid van de
kosten eener straat met normale breedte en rioleering en met
bebouwing langs beide zijden, terwijl de ventwegen een groo
tere breedte hebben en slechts aan één zijde zullen worden
bebouwd.
In meergemelde verordening zal mitsdien moeten worden
opgenomen een aanvullend tarief voor de onderwerpelijke
wegen, terwijl verder een enkele andere, daarmede verband
houdende aanvulling moet plaats hebben. Een en ander kan
het eenvoudigst geschieden door de artikelen 2 en 3 van ge
noemde verordening te vervangen door 2 nieuwe artikelen,
waarvoor de volgende redactie zou kunnen gelden.
BIJLAGEN 1936.
9 Juli 1936,
No. V/1780.