No. 187.
BIJLAGEN 1936.
18 Augustus 1936.
No. 1/2375.
Aan den Gemeenteraad.
Hierbij hebben wij de eer Uw aandacht te vragen voor het
navolgende.
In verband met de tijdsomstandigheden hebben wij onder
zocht in hoeverre het mogelijk is om tot verlaging van de
electriciteitstarieven over te gaan. Naar onze uiteindelijke mee
ning kan slechts een beperkte verlaging worden doorgevoerd
en wel in den zin als hieronder wordt medegedeeld.
Zooals bekend mag worden verondersteld, wordt het maan
delijks verschuldigde bedrag voor WOONHUIZEN vastge
steld naar de oppervlakte; volgens de geldende verordening
worden voor de vaststelling van de oppervlakte, de zolders en
kelders medegerekend. Hierdoor verkeeren de bewoners van
benedenhuizen en van huizen met platte daken in een eenigs-
zins bevoorrechte positie. De oppervlakte bij oude huizen is
dikwijls 1J4 a lj^ X grooter dan die van eerstgemelde huizen.
Het komt ons daarom billijk voor, voortaan bij de berekening
van de oppervlakte buiten beschouwing te laten de zolders en
kelders, indien deze kennelijk als zoodanig in gebruik zijn,
en voor zoover het zolders betreft indien deze onmid
dellijk onder een schuin dak zijn gelegen. In het algemeen kan
worden aangenomen, dat het stroomverbruik voor zolders en
kelders gering is.
In geval zolders en kelders voor andere dan de daarvoor
bestemde doeleinden worden gebruikt, b.v. voor werkplaats
of magazijn, worden zij wèl medegerekend.
Wij stellen ons voor, dat door deze wijziging van de vast
recht-verordening voor woonhuizen, toeneming van het aantal
vastrechtverbruikers is te verwachten, omdat velen op het
1. VASTRECHT VOOR WOONHUIZEN.