No. 190.
2
4e. ten aanzien van personen die ingevolge hun leeftijd nog
slechts een zeer laag loon hebben verdiend, is bepaald,
dat mag worden aangenomen bij de steunberekening, dat
deze 17.zouden kunnen verdienen wanneer ze den
leeftijd van 21 jaar hebben bereikt, ze ten minste 26
weken een weekloon hebben verdiend dat niet lager is
dan het steunbedrag voor dubbel-uitgetrokken kostgan
gers, in staat worden geacht het plaatselijk geldende (ge
middelde) loon van een ongeschoolden arbeider te kun
nen verdienen en naar het oordeel van het orgaan voor
steunverleening in voldoende mate naar werk in het vrije
bedrijf omzien.
Deze wijzigingen moeten in werking treden over de steun-
week van 30 Augustus5 September 1936, behoudens het
geen werd vermeld bij den huurbijslag en dat vermindering
welke plaats heeft ingevolge den hiervoor onder 3e. omschre
ven maatregel, voorshands zal blijven beperkt tot 1.25 per
week.
De gevolgen van den onder le. vermelden maatregel voor
de steuntrekkenden in deze gemeente werden nagegaan aan
de hand van de uitkeeringslijsten over de week 27 Juli 1
Augustus 1.1. Toen ontvingen van de 910 steuntrekkenden er
619 huurbijslag, tot een totaal bedrag van 487.47, waarvan
196 50 ets. of minder per week, 252 51 400 ets., 156
1.01—2. 15 2.01—2.50.
De gevolgen die de verhooging van de maximum-percen
tages voor sommige gevallen, hiervóór onder 2e. genoemd, zal
hebben, kunnen nog niet worden beoordeeld, daar de nieuwe
schalen van maximum-uitkeeringen nog niet werden ont
vangen.
Voor de sub 3e. omschreven wijziging komen blijkens een
onderzoek over de week van 27 Juli tot 1 Augustus 260 steun
trekkenden in aanmerking, die n.l. gedurende de laatste 4
jaren minder dan 26 weken hebben gewerkt. Bij 135 daarvan
zou steunverlaging zijn gevolgd. In 50 van deze gevallen werd
berekend wat het resultaat zou zijn geweest. Dat was in
totaal 69.27, n.l. 18 minder dan 1.—; 18 van 1.— tot
1.99: 11 van 2.— tot 2.99: 2 van 3.— tot 4.— en
1 van 4.22.