No. 232.
232
BIJLAGEN 1936.
17 October 1936,
No. 1/2931.
VOORSTEL tot het weder-instellen
van een commissie van toezicht
op het middelbaar onderwijs en
tot benoeming van een tweetal
leden dier commissie.
Aan den Gemeenteraad.
Wij hebben de eer Uw aandacht te vragen voor het
navolgende.
Ingevolge het bepaalde bij artikel 46 van de Middelbaar
Onderwijswet is het toezicht op de openbare en bijzondere
scholen van Middelbaar Onderwijs, onder het oppertoezicht
van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,
o.a. opgedragen aan plaatselijke commissiën, door den ge
meenteraad te benoemen.
Een zoodanige commissie heeft vroeger te dezer stede
bestaan en bestaat in naam nog, doch sedert de overdracht
van de gemeentelijke H.B.S. aan het Rijk in 1917 en de
opheffing van de burgeravondschool en gemeente-teekenschool
in 1919, in verband met de reorganisatie van de ambachts
school en de avondschool voor ambachtslieden, is van voor
melde commissie weinig of geen activiteit meer uitgegaan.
De commissie bestond laatstelijk uit een Voorzitter (de
burgemeester) en 4 leden.
Door vertrek en ontslag zijn tenslotte nog 2 leden over
gebleven, die na hun aftreden, niet werden herbenoemd.
Ten einde het gewenschte contact met de te dezer stede
gevestigde instellingen van Middelbaar Onderwijs de Rijks
H.B.S. en het R.K. Lyceum (deze laatste instelling met uit
zondering van de klassen, waar gymnasiaal onderwijs gegeven
wordt) te kunnen onderhouden, achten wij het van belang,
dat zulk een commissie wederom wordt ingesteld. Een groote
commissie behoeft dit niet te zijnmet een commissie van
3 personen (Voorzitter de heer Burgemeester en 2 leden)
kan naar onze meening worden volstaan.
Op ons verzoek verklaarden de heeren Ir. W. Thunnissen
en Ir. W. Hofman zich bereid in bedoelde commissie zitting