No. 234.
234
BIJLAGEN 1936.
PRAE-ADVIES op een subsidie
aanvrage van het bestuur der
Vereeniging voor Christelijk Mid
delbaar en Hooger Onderwijs
te Dordrecht.
20 October 1936.
No. V 2816.
Aan den Gemeenteraad.
Naar aanleiding van inliggend adres*) van het bestuur der
Vereeniging voor Christelijk Middelbaar en Hooger Onderwijs
te Dordrecht, hebben wij de eer Uw College het volgende
mede te deelen
Het bestuur verzoekt een bijdrage te mogen ontvangen
voor elke(n) leerling uit de gemeente Breda, die de Christelijke
H.B.S. te Dordrecht bezoekt, overeenkomstig de aan het
slot van het adres nader uiteengezette regeling.
Hoewel, zooals het bestuur in den aanvang van zijn ver
zoekschrift opmerkt, de wijziging van de Middelbaar
Onderwijswet bij de wet van 20 Mei 1922, S. 367, de
gelegenheid opende gelijkstelling op het gebied der gemeen
telijke subsidies tusschen openbaar en bijzonder middelbaar
onderwijs mogelijk te maken, is deze gelijkstelling in de
M. O. Wet niet vastgelegd. Artikel 36 quater der Middelbaar
Onderwijswet verplicht de gemeente alleen tot het verleenen
van bijdragen aan gemeentelijke hoogere burgerscholen tot
welke leerlingen uit de gemeente zijn toegelaten.
Een verplichting tot het verleenen van subsidie aan het
bijzonder middelbaar onderwijs is, voor de gemeenten, niet
wettelijk voorgeschreven. Dit onderwijs ontvangt wettelijk
alleen subsidie uit 's-rijkskas overeenkomstig de voorwaarden
genoemd in art. 45 ter e.v. der M. O. Wet.
De wet stempelt het bijzonder middelbaar onderwijs dus
allereerst tot Rijkszaak. Hiernaast blijft voor de gemeente
besturen de mogelijkheid geopend tot subsidieering.
Ofschoon wij de door het bestuur in zijn adres naar voren
gebrachte argumenten billijken, zijn wij van meening, dat de
huidige tijdsomstandigheden, welke nog steeds tot de uiterste
zuinigheid nopen, zich tegen inwilliging van het verzoek
Ligt ter visie in de Leeskamer.