No. 234.
2
verzetten. Voorts moet niet uit het oog worden verloren,
dat het middelbaar en voorbereidend hooger onderwijs,
zoowel openbaar als bijzonder, van de gemeente Breda reeds
aanzienlijke uitgaven vorderen. Zoo verplicht de wet o.m.
deze gemeente tot het instandhouden van een Gymnasium
en tot het verleenen van een bijdrage aan het Rijk in de
kosten der Rijks H.B.S., een bijdrage, welke bovendien,
ingevolge de wijziging van art. 36 quater der Middelbaar
Onderwijswet, bij de wet van 22 Februari 1936, S.No. 100,
voor 1937 f 8000.hooger wordt geraamd dan over
voorafgaande jaren.
De gemeenten buiten Dordrecht, welke aan de Christelijke
H.B.S. aldaar, blijkens het adres, subsidie verleenen, zullen
voornamelijk in de naaste omgeving van Dordrecht zijn
gelegen en zelf geen inrichtingen voor middelbaar en voor
bereidend hooger onderwijs bezitten.
Verplichtingen als hierboven voor de gemeente Breda
vermeld, zullen voor het meerendeel dezer gemeenten niet
gelden, zoodat zij ook eerder en gemakkelijker tot subsidieering
van bijzonder middelbaar onderwijs geneigd zullen zijn en
met ;deze gemeente niet op één lijn zijn te stellen.
Opgemerkt worde bovendien nog, dat deze gemeente geen
enkele bijzondere inrichting van Middelbaar Onderwijs buiten
de gemeente subsidieert, tenzij in de zeer bijzondere gevallen,
dat gelijksoortig onderwijs in deze gemeente niet te verkrijgen
is. In deze uitzonderingspositie verkeert de adresseerende
instelling niet.
Zonder de belangrijkheid van het Christelijk Middelbaar
Onderwijs voorbij te zien en zonder de financiëele moeilijk
heden, waarin zich de Christelijke H.B.S. te Dordrecht
bevindt, te onderschatten, meenen wij evenwel in verband
met het bovenstaande, en mede waar inwilliging van het
verzoek tot niet te overziene geldelijke consequenties zou
kunnen leiden, Uw College te moeten adviseeren op het
verzoekschrift afwijzend te beschikken.
Burgemeester en Wethouders van Breda
VAN SLOBBE, burgemeester.
VAN WOENSEL, secretaris.