No. 237. 237 BIJLAGEN 1936. VOORSTEL tot vaststelling van de vergoeding ex art. 101 der L.O. wet over 1934 voor de R K. u.l.o. school aan de Middellaan. 21 October 1936. No. V 2842. Aan den Gemeenteraad. Van het bestuur der Opvoeding- en Onder wijsstichting „St. Marie" te Huijbergen is inliggende aanvrage inge komen om de gemeentelijke vergoeding, bedoeld in art. 101 der l.o. wet 1920 over het jaar 1934, ten behoeve van de R.K. u.l.o. jongensschool aan de Middellaan. Aangezien deze school gevestigd is in een schoolgebouw, dat overeenkomstig het slot van het 2e lid van art. 80 der l.o. wet in bruikleen is gegeven, dient, bij de vaststelling der aan voornoemd schoolbestuur uit te keeren vergoeding, rekening te worden gehouden met het bepaalde in art. 101, sub. 6, dier wet. In verband met de aldaar opgenomen be paling komen voor een school als bovenvermeld „als kosten, bedoeld in het 2e lid van art. 101, niet in aanmerking de kosten van instandhouding van schoolgebouwen met uitzon dering van de geringe en dagelijksche reparaties als bedoeld in art. 1619 van het Burgerlijk Wetboek". Onder „schoolgebouw", in voormeld lid genoemd, moet in het onderhavige geval worden verstaan het schoolgebouw der overeenkomstige openbare u.l.o. school aan de Ginneken- straat. De kosten van instandhouding dezer school, met uitzondering van de geringe en dagelijksche reparaties, bedroegen over 1934 f 142,81. De totale kosten der u.l.o. school-Ginnekenstraat, welke voor vergoeding ex art. 101 over 1934 in aanmerking komen, bedragen f 1464,78 (zie ons voorstel tot vaststelling der vergoeding ex art. 101 over 1934). Aangezien de openbare u.l.o. school over 1934 bezocht werd door 1021/4 leerlingen kan, in verband met het boven- Ligt ter visie in de Leeskamer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 735