3 -
No. 237.
met uitzondering van de geringe en dagelijksche reparaties,
als bedoeld in artikel 1619 van het Burgerlijk Wetboek;
dat, overeenkomstig het bepaalde in de laatste zinsnede
van art. 101, sub 6 en aangezien de openbare u.l.o. school
over 1934 door gemiddeld 102'/4 leerlingen bezocht werd,
de vergoeding aan de R.K. u.l.o. school Middellaan moet
worden berekend naar een bedrag van (f 1464,78 f 142,81)
1021/4 f 12,93 per leerling;
dat tevens wordt vergoed een bedrag ad f 0,50 per leer
ling voor administratiekosten
dat het gemiddeld aantal leerlingen aan de R.K. u.l.o.
school Middellaan over het jaar, waarvoor de vergoeding
wordt aangevraagd, 82 bedraagt
Gelet op de betrekkelijke bepalingen der lager onderwijs
wet 1920 en van het Koninklijk Besluit van 4 September
1923 (S. No. 432).
HEEFT BESLOTEN
1. de vergoeding, bedoeld in art. 101 der lager onderwijs
wet 1920, voor de R.K. u.l.o. school aan de Middellaan
over 1934 vast te stellen op 82 x f 13,43= f 1101,26;
2. na verrekening met aan genoemd schoolbestuur uitge
keerd voorschot op voormelde vergoeding, het te wei
nig genotene aan het schoolbestuur uit te keeren of
het te veel genotene op een volgende uitkeering in te
houden.
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van
1936.
voorzitter.
secretaris.