242
No. 242.
VOORSTEL om de gelden toe te
staan voor afkoop der gebruiks-
vergoeding met betrekking tot
een viertal bijzondere lagere
scholen, ingevolge art. 205,er der
L.O. wet.
Aan den Gemeenteraad.
Ingevolge het bepaalde in art. 205ter der Lager Onderwijs
wet 1920, welk artikel in de L. O. wet is ingevoegd bij de
wet van 22 Februari 1936, S. no. 100, kunnen de besturen
van bijzondere lagere scholen, bedoeld in artikel 205, aan
het bestuur der gemeente, waar de school is gevestigd, het
verzoek doen om ter vervanging van de jaarlijksche ver
goeding, bedoeld in het eerste lid van dat artikel, een uit-
keering te ontvangen van een som ineens, gelijkstaande met
tachtig ten honderd van de in dat lid bedoelde geschatte
waarde, eventueel verminderd overeenkomstig het tiende en
elfde lid van dat artikel. De verzoeken moesten vóór 1
Augustus zijn ingediend.
Bij de overweging, of er aanleiding zou zijn op deze
verzoekschriften in te gaan, is door ons College allereerst
de vraag onder het oog gezien „Is kapitaliseering voor de
gemeente een geldelijk voordeel?'' Immers het nieuwe artikel
is opgenomen in een wet, welke beoogt te komen tot
bezuiniging op de onderwijs-uitgaven, zoowel voor Rijk als
gemeente, zoodat een ontkennende beantwoording van even-
genoemde vraag tot afwijzing van het verzoek, waartoe het
gemeentebestuur bevoegd is, ingevolge het bepaalde in art.
205ter sub. 2, zou kunnen leiden.
Nagegaan diende derhalve te worden, of de toestand en
de vooruitzichten der scholen aan de St. Josephstraat,
Havermansstraat, het Van Coothplein en de Oude Vest,
waarvoor verzoekschriften zijn ingekomen, beschikbaarstelling
van het gekapitaliseerde vergoedingsbedrag zou rechtvaardigen.
Uit een door den dienst van Openbare Werken nauw
gezet ingesteld onderzoek is gebleken, dat de voornoemde
schoolgebouwen, behalve dat van de Oude Vest, nog in een
BIJLAGEN 1936.
23 October 1936
No. V/2845.